Foutzoeken voor dummies - Les 1 t/m ...
http://forum.mfbfreaks.com/viewtopic.php?f=5&t=5124 Pagina 1 van 1 Foutzoeken voor dummies - Les 1 t/m … Geplaatst: Do Nov 07, 2013 11:46 pm door gromsound @ dit topic wordt schoongehouden, alle reacties op de wijze lessen worden op enig moment verplaatst naar hier: http://forum.mfbfreaks.com/viewtopic.php?f=5&t=5143
Les 1: de eindversterker van een N4407
Nou daar gaan we dan. Bijgaand het schemadeel (op klikken en apart even saven zodat je het groter kan bekijken), alleen de complete eindversterker en wel van 1 kanaal (links), rechts is identiek en staat in het complete schema verder naar onder (zoals gebruikelijk bij Philips). Verder is standaard in de manuals dat de stroomrichting van het geheel altijd van links naar rechts is, dus hier van het zeer zwakke weergavekopsignaal door de schakeling heen naar de luidspreker toe, die zie je helemaal rechts getekend. Ik heb alles wat niet van belang is weggelaten dus de hele spoorselectie, opname-weergave omschakeling etc. Frits heeft alleen de eindversterker stuk.
4407_verst.jpg
Eerst gaan we een diagnose stellen nog zonder te meten. Een kanaal is zwak het andere werkt normaal. We zien in het schema van links af de balans, volume, laag en hoog regelaars. Hebben die effect op het geluid van het defecte kanaal? En zo ja tot hoever nog? Alles wat nog werkt is onverdacht dus als bv balans en volume wel werken maar hoog/laag niet zit de ellende in ieder geval voorbij het volumeregel gedeelte.
Basiskennis: we hebben weerstanden genaamd R (resistor) bv R37. Precies wat het zegt, een vaste weerstand voor stroom. Dan hebben we condensatortjes C bv C20. Dit zijn kleine opslagvaatjes voor lading die gelijkstroom niet geleiden maar wisselstroom wel. Een elco is een bijzondere versie hiervan waarover later meer.
Een regelaar is in het schema een weerstand met een pijltje erdoor/erop. Het pijltje stelt de instelbare aftakking van de weerstand voor (fysiek: de sleper dus het middelste contact van de drie op een regelaar) je kan daarmee de spanning vanaf het pijltje regelen. We noemen zon ding ook wel een pot(entio)meter. Waardeloze misleidende naam maar ingeburgerd. Ze zijn net als de vaste weerstanden genummerd met een R. Deze hele meuk heten ‘’passieve componenten’’ alsdat ze niet dynamisch zijn maar een vaste waarde hebben.
Je kan de signaalloop simpelweg met de vinger volgen: hier van de ingang uiterst links via de eerste potmeter R37 (balans) via het pijltje naar de volgende potmeter R42 (volume) via zijn pijltje naar de eerste transistor T5. Alle rommel eromheen (vaste weerstanden en ordi condensatortjes) kan je voorlopig vergeten. Daar is trouwens zelden of nooit wat mis mee. We volgen even alleen de ‘’hoofdstroom’’ van het signaal.
Nu komt de eerste echte tour de force, wat doet een transistor? Op zijn fietsenmakers gezegd is het een regelbare stroomkraan, analoog aan een relais maar dan niet alleen aan en uit maar ook alles ertussenin. Je kan ermee met een klein stroompje op de ingang (de relaisspoel) een grote stroom op de uitgang schakelen (via de relaiscontacten).
Kijk naar het symbool van die T5. In het cirkeltje staat een plaat dat heet ‘’de basis’’. Dit is de ingang, je ziet dan ook dat ons zwakke kopsignaal daar naar binnen gaat. Aan de andere kant van de plaat komen twee aansluitingen aan, een rechte lijn dat is ‘’de collector’’, zeg maar de ingaande draad op de relaiscontacten. De andere lijn met uitgaande pijl is ‘’de emitter’’ dat is de uitgang van de relaiscontacten. Het mooie van een transistor (‘’tor’’ voor vrienden) is dat je de geleiding van collector naar emitter traploos kan regelen en wel met de spanning die je aan de basis aanbiedt. Geen spanning = nul geleiding, iets spanning = weinig geleiding, veel spanning = max geleiding en alles ertussen in (dit is een versimpeling het gaat eigenlijk om de hierdoor ontstane basisstroom maar de spanning is eenvoudiger te meten). DUS: als we de basis aansturen met een zwak signaaltje zoals uit de weergavekop (luttele millivolts) kan je door een relatief hoge vaste spanning aan de collector te leggen, een sterk signaal uit de emitter aftappen dat (geniale vinding) precies in wisseling meeloopt met het zwakke ingangssignaal. ERGO een versterker! Een transistor is –net als en diode en IC- een ‘’actieve component’’. En die gaan eerder en vaker stuk dan die luie passievelingen die toch niet slijten.
In ons voorbeeldschema bij T5 zie je dat op de collector de voedingsspanning ‘’D’’ is aangesloten. Aan de andere kant ligt de emitter aan massa dus als de tor gaat geleiden gaat er een lekkere stroom (altijd van plus naar massa) doorheen lopen. En wel helemaal in de pas met het zwakke stuursignaaltje op de basis (in feite ons fijne muziekje). Ome philips is zo vriendelijk geweest er spanningen bij te schrijven dus met een multimeter (zwarte pen aan massa en rode pen op het meetpunt) kan je hier nagaan of de tor correct werkt. Die waarden zijn overigens een benadering dus bv 6.8 V ipv 7 V is gewoon oke maar 2 V is fout. Iets om ook als eerste te checken zijn natuurlijk de diverse voedingsspanningen (bij philips handig gecodeerd met hoofdletters, de juiste waarden staan wel ergens bij de voeding in het schema). Maar Frits heeft nog 1 goedwerkend kanaal dus dat zal wel oke zijn. Als er helemaal niks uitkomt zou je eerst de voedingsspanningen even kunnen meten.
Goed verder maar weer. Die ene tor T5 is niet genoeg om op luidsprekernivo te komen vandaar dat er nog een ritsje achteraan komt. Men gebruikt een handigheidje om van de spanning over T5 elders weer een stroompje op te wekken voor het vervolg, niet zo belangrijk voor het verhaal. Het geluidssignaal kan je verder volgen door het condensatortje C28 heen naar zowel de laag als de hoog regelaar. Dit is allemaal passief spul, doorgaans niet stuk. Je kan hooguit even kijken of een van die regelaars niet vol vuil zit en zo het signaal tegenhoudt, sprayen maar! Ik ga er wel van uit dat Frits de diverse spoorkeuze en opname-weergave schakelaars al gesprayd heeft, dit zijn eigenlijk de eerste verdachten bij kanaaluitval.
Na de beide klankregelaars komt het (hiedoor beinvloede) signaal weer samen en wel bij de basis van T6. Hier moeten we even gaan opletten. De tor heeft het emitterpijltje naar binnen staan ipv naar buiten. Dit is een ander type tor namelijk een PNP (pijl-naar-plaat) tor. Dit zijn notoire uitvallers! Een goede gok is vaak om die krengen als eerste te vervangen. Overigens een BC1xx is uitwisselbaar met de latere BC5xx die vermoedelijk beter te vinden zijn. Bovendien komen we nu de eerste elco (electrolytische condensator) tegen, C34, herkenbaar aan een witte (+) en een zwarte (-) plaat in het symbool. Dit zijn onze grootste kwelgeesten na verloop van de decennia. Die ondingen verlopen met de tijd en op zeker moment zijn ze (deels of helemaal) in sluiting. Je ziet dat de ene kant aan massa zit en de andere aan ons door T6 fris verder versterkte signaal dus als ie lek is ben je hier het meerendeel van je geluid alweer kwijt (de spanning lekt door de treiterelco weg naar massa). Je kan dat meten door de spanningen rond T6 te controleren, die 8V is dan wel fiks lager. Meteen erna zit weer zon kreng C35, ook daardoorheen kan een lelijk lek ontstaan waardoor de aangegeven spanning van 11.3V keldert.
Nu komen we langzamerhand aan het einde, T7 is de laatste voortraptor. De basis wordt weer gestuurd door een afgeleide signaalspanning uit de vorige tor T6, de uitgang staat de basissen van de beide eindtorren T8 en T9 te sturen. Let weer even niet op de diverse weerstanden, het gaat om de globale loop van het geluidssignaal. De spanning op de basis van T9 staat aangegeven (kan het effe niet lezen in deze brakke deutsche scan) als die klopt is alles t/m T7 oke. De 11.3V die erboven staat wordt bepaald door de beide eindtorren (kijk maar: hun beider emitters zitten daarop aangesloten). Als die 11.3V oke is dan zijn die torren ook wel goed. Jammer dat de overige spaningen rond deze torren er niet in staan, dan zou je ze per stuk kunnen checken. Maar omdat je nog enigszins geluid hebt uit het defecte kanaal vermoed ik dat de eindtorren nog wel goed zijn. Kaduuk is vaak: in sluiting dan doet ie niks meer. De genoemde 11.3V is ons eindsignaal dat naar de speaker kan. Althans, het wisselstroomdeel daarvan want:
Als allerlaatste zit er nog een elco C37 in serie met het signaal naar de speakers. Die kan ook kaduuk zijn waardoor je signaal er niet doorheen komt. Contactpunten 71-72 en 71-73 zijn van de koptelefoonschakelaar, de koptelefoonbus zit onder het afgebeelde schemadeel. Lees alsof 71 en 72 zijn doorverbonden. Dan nog de schakelaar in de externe speakerbus 3-4 doorverbonden denken en we hebben geluid op de ingebouwde speaker. Als alles werkt!
Als ik in dit geval zou moeten gokken zonder veel meetwerk (quick fix) zou ik achtereenvolgens C34, C35, evt C37 en die pnp tor T6 vervangen. Je hebt nog zacht geluid dus ik vermoed dat de laatste twee torren wel oke zijn.
Als niet links maar rechts kaduuk is dan gewoon in het schema de overeenkomstige componenten opzoeken. Let bij het vervangen van elcos erop dat je ze er weer net zo in zet dus – aan – (staat op het huisje gedrukt). Torren idem, die hebben een plat kantje, steek ze net zo terug als ze eruit kwamen.
Tot zover, ik ben benieuwd of het een beetje te volgen is. Correcties van vaklieden zijn welkom maar bedenk wel de insteek van dit opzettelijk versimpelde verhaaltje: voor fietsenmakers op glad elektro-ijs en daar reken ik mezelf uitdrukkelijk ook toe.
Komaan Vraagal, ter soldeerbout! AMHD!!
Re: Foutzoeken voor dummies – Les 1: de N4407 eindversterker
Geplaatst: Vr Nov 08, 2013 12:14 pm
door gromsound
vervolg
Nu moeten we de onderdelen en meetpunten nog terugvinden in de machine. Daartoe benodigen wij de printlay-out welke ook in de fijne manual staat. Bijgaand weer een gereduceerde deutsche scan, nog net leesbaar maar Frits heeft zelf een origineel. Dat werkt toch handiger, papier naast de machine ipv een beeldscherm.
4407_verst2.jpg
Philips had de goede gewoonte om de overeenkomstige torren voor links en rechts 100 nummers op te hogen dus T5 links = T105 rechts. Ook fijn is de printopdruk zelf die netjes o.a. de voedingsspanningen A (+23V) en D (+16V) vermeldt, dat is makkelijk meten. Tenslotte merken we nog op dat de deutsche print geen E B C maar E B K (Kollektor) vermeldt bij de torpootjes. Deze lay-out is van de soldeerkant gezien want de onderdeeltjes zijn gestippeld ingetekend. Handig want je moet toch ook aan deze kant meten.
Een extra tip bij foutzoeken is dat je de goeie kant kan vergelijken met de defecte kant. Balans in het midden zetten en proberen maar. Waar er een groot verschil tussen de kanalen gevonden wordt is de zaak verdacht.
Nou, zo moet de EL meister eruit kunnen komen, we wachten de berichten af!
Succes!
drs Beunal. Re: Foutzoeken voor dummies – Les 1: de N4407 eindversterker Geplaatst: Wo Nov 13, 2013 2:13 pm door gromsound En als ik een transistor vervang zie ik in deze recorders inderdaad transistoren met 1 plat kantje maar ze zij toch ook wel eens rond? En als ik een vervanger moet kopen hoe weet ik dan welke ik moet hebben?
Dit is wel passend hier. BC torren hebben dat platte kantje. Hele oude AC torren zijn rond maar hebben onderaan het huisje een lipje op een vastgedefinieerde plek (ik weet zo niet uit het hoofd of het nou de emitter of collector was). Nog oudere torren hebben ene rood stipje onderaan het huis. Dus goed noteren hoe ie eruitkwam dan is dat geen probleem meer.
Een code als bv BC548B is voldoende voor de radioboer. Op internet kan je evt vervangers vinden (replacement
) als je er niet aan kan komen. Verschillen binnen hetzelfde no (geen volgletter, A of B) slaan op de versterkingsfactor. Neem gewoon wat eruit kwam. En bv BC154 is dus gelijk aan BC554 (moderner type). Philips heeft in onze machientjes ook in latere versies dit aangepast, zie de manual wijzigingsbladen.
Re: Foutzoeken voor dummies
Geplaatst: Wo Nov 13, 2013 3:43 pm
door gromsound
Les 2: de radio/mic ingangen van de N4407
De klacht luidt: wel microfoonopname op beide kanalen maar de radio opname doet het maar aan 1 kant. Schema erbij (als altijd van links naar rechts lezen - op klikken en apart saven om groter bij de hand te hebben):
4407_mic-radio.jpg
We zien dat het radiosignaal vanaf de dinbus (rode lijn) door een elcootje C3 naar de basis van TS2 gaat. De uitgang van TS2 wordt via elcootje C5, door de opnamesterkteregelaar R14 uiteindelijk naar de volgende GEMEENSCHAPPELIJKE tor TS3 geleid, verder het apparaat in.
Het micofoonsignaal wordt vanaf de dinbus (groene lijn) ook door een elcootje C2 naar de basis van tor TS1 geleid. Dan weer eruit via een elcootje C4, en uiteindelijk naar de gemeenschappelijke tor TS3. In feite hetzelfde principe maar met meer versterking ivm het zwakkere microfoonsignaal.
Aangezien de microfoonfunctie goed werkt op beide kanalen, is alles vanaf dat gemeenschappelijke (rood+groen) deel DUS in orde. Ook de gemeenschappelijke voedingsspanningen E en D zijn daarom in orde. De fout MOET derhalve zitten in het rode pad (van het betreffende weigerkanaal, dus kijk even welke kant het is, afgebeelde schemadeel is links).
De usual suspects -op zijn fietsenmakers beredeneerd- zijn dus de elcos C3 en C5 en de tor TS2. Ook een signaalonderbreking in de DINbus of de sterkteregelaar R14 is nog mogelijk, check dat altijd als eerste. Tenslotte zie je nog overal en nergens onderbreekschakelaartjes zitten, dit zijn de diverse keuzemogelijkheden voor ingangen, trucfuncties etc. Pomp alle schakelstrippen goed door van te voren om ellende op dat gebied uit te sluiten.
TS2 is een BC149B daar kan de nieuwere BC549B voor in de plek.
Succes! Re: Foutzoeken voor dummies - Les 1 t/m … Geplaatst: Vr Nov 15, 2013 5:24 pm door gromsound
Les 3: de flipflop sturing van de magnocontrollers N4510-4511-4418-4419
Dit spul is bijna standaad stuk bij marktplaatszoldervondsten. Zie het MC reparatietopic voor de reden: kristalgroei in de AC tiktorren waardoor sluiting waardoor constante bekrachtiging van een of meer functies (vaak FF/REW of Play). De oplossing staat erbij, in 90 % van de gevallen doen die tiktorren het weer na een tikbeurt. Zo niet, vervangen dan maar. Hier volgt de verklaring in het schema.
De tiptoetsen zijn een luxe manier om het loopwerk te bedienen. In de iets mindere goden onder de MC’s doen ze dat gewoon met schakelaars. Dat gaat nooit stuk elk nadeel hep se voordeel. In de topmodellen zit er een elektronische schakeling tussen elke tiptoets en de desbetreffende loopwerkfuncties (oa de electromagneten) genaamd flipflop. Philips heeft er handig drie op een insteekprintje gezet, we hebben 2 van die ‘’flipflopunits’’ dus totaal 6 flipflops. Makkelijk foutzoeken, printjes verwisselen en de fout gaat naar een andere functie zodat je in het principeschema kan zien welke van de 6 flipflops verdacht is. Hier volgt een deeltje van het blokschema van de loopwerksturing, namelijk de playtoets bediening. Alle andere toetsen/functies dus FF REW REC PAUSE werken net zo. STOP niet, wordt verderop verteld.
4511flfl2.jpg
Het rood omkaderde blokje stelt 1 flipflop voor = 1/3 deel van een insteekunitje. Je ziet dat er drie aansluitingen op zitten: ingang W, uitgangen Q1 en Q2. Linksboven in de figuur staat de werking in beide flip-flop standen: FLIP = SET = Q1 aan massa, Q2 op -22V. FLOP = RESET = Q2 aan massa en Q1 op -22V. Het wisselt dus om (flip-flop zoals de naam al zegt). De wisseling wordt gecommanderd door ingang W: verbind hem even aan massa met de play toets (groene signaalpad) en de flipflop gaat in stand SET en blijft daar ook als de toets is losgelaten. Verbind W even met -22V (dit gebeurt door de recorder stop unit) en de flip valt terug naar flop oftewel RESET. Het hele spul staat nu weer stationair.
Oke wat doet dit nu? Uitgang Q1 is verbonden met 1 kant van de rolhefboomsolenoid RE201. Aan de andere kant staat voedingsspanning B. Ook het tiptoetslampje LA203 in de playtoets is zo geschakeld. Als Q1 dus aan massa wordt geschakeld (flip) trekt de rolhefboom aan en gaat het playlampje branden. Music Maestro!
Dit blijft zo totdat er ergens een recorder stop wordt opgewekt bv door de stoptoets of de afslagschakelfolie. W wordt bediend door het blauwe signaalpad (RESET), de flip gaat terug naar flop dus Q1 gaat los van massa. Hierdoor valt de rolsolenoid af en het lampje gaat uit. Wat Q2 doet is hier even niet van belang, dat zijn statussignalen voor de verdere logic oa de beveiliging tegen dubbele bediening van toetsen.
Dan nu de flipflopunits zelf. Dit zit erin (weer eentje getekend van de drie):
4511flfl1.jpg 4511flfl1.jpg (23.32 KiB) 7358 keer bekeken
Gaan we even uit van de stationaire toestand na aanzetten van de machine (flop). Ingang W is dan -22V zie de tabel linksonder. De basis van transistor TS1 ligt met weerstandje R3 ook aan -22V (‘’-‘’ zie aansluitingen rechts). Door R3 en R2 loopt derhalve GEEN stroom (beide kanten hebben dezelfde spanning of potentiaal). Dit houdt in dat er ook geen spanning op de basis van TS1 staat, DUS geen geleiding tussencollector en emitter van TS1 DUS ook geen spanning op het aftakpunt tussen R4 en R5 dat (AHA) naar de basis van onze beruchte tiktor TS2 loopt. Die zal dus stationair niet geleiden ergo geen bediening van de solenoid en het lampje door Q1 te verbinden met massa (zie collector-emitter pas van deze tor). FLOP!
Nu drukken we play en geven dus een massaverbinding op ingan W. Er gaat direct stroom lopen door R3 en R2 naar W toe (want van -22V naar massa) waardoor er ook een spanning zal ontstaan op het punt tussen R3 en R2 oftewel op de basis van TS1. We weten inmiddels dat die dan gaat geleiden tussen de collector en emitter, kortom er gaat stroom lopen tussen ‘’+’’ en ‘’-‘’ door R4 en R5. Nu is er WEL een spanning op het aftakpunt tussen R4 en R5, die gaat naar de basis van de tiktor TS2 en kijk aan die gaat braaf geleiden tussen zijn collector en emitter en bedient zo de rolsolenoid en het lampje (stroom van voeding B naar massa). FLIP!
Door een handige terugkoppeling via R1 wordt bovendien zolang we in FLIP stand zitten de tor TS1 in werking gehouden (basis op positieve spanning) Die wordt pas weer bevrijd (reset) zodra er een commando ‘’recorder stop’’ oftewel -22V op W wordt gegeven. Dan valt alles retour in FLOP en we staan weer stationair.
De flipflop heeft maar 2 actieve componenten, de beide torren. Als de AC128 niet stuk is kan de BC547 dat ook nog zijn. Dus bij sluiting van de FLIP functie eerst AC-tortikken, bij geen succes een of beide torren vervangen. Uiteraard begin je met de insteekunitjes te verwijderen en de contactranden te reinigen evt sprayen. Met slecht contact doet ie het ook niet natuurlijk.
Succes! Re: Foutzoeken voor dummies - Les 1 t/m … Geplaatst: Zo Jan 19, 2014 8:11 pm door Will
Les 4: de VU meter in de N4407
De VU meter in de N4407 is een erg minimalistische schakeling. Normaal vind je in een VU meter altijd wel een of twee diodes om de positieve en de negatieve signaalhelft van de sinus te scheiden. In deze schakeling moet de transistor samen met C81 dit voor zijn rekening nemen. Schermafbeelding 2014-01-19 om 19.27.29.png VU meterschakeling
Even alleen het linkerkanaal: Het signaal komt binnen van de voorversterker bij C82.
C82 vormt samen met hoofdzakelijk R85 en R84 een hoogdoorlaatfilter voor alle frequenties hoger dan zo ongeveer 35 Hz. C83 (820pF, was eerder 390pF) en R85 (22k) vormen weer een laagdoorlaatfilter van zo een 9kHz.
Dus alleen de frequenties in het gebied tussen de 35 Hz en 9kHz worden aangewezen door de meters.
In de schakeling zie je dat het metertje via de instelpotmeter aan de emitter van de transistor hangt, dat is een beetje vreemd, want we zijn gewend dat we het signaal van de collector afhalen.
Nou, meestal wordt er niet bij stilgestaan: een transistor is een stroomversterker en geen spanningsversterker. De stroom die de basis in gaat wordt met een factor Beta versterkt. Die Beta is de versterkingsfactor van die specifieke transistor. De stroom die in deze schakeling de basis in gaat is weer afhankelijk van het geluidssignaal. Kortom de stroom door het metertje is afhankelijk van het geluidssignaal.
En daar hebben we net niks aan, want het metertje is geen luidspreker. We hebben een soort gemiddelde waarde van het geluidssignaal nodig. Ik zeg een soort van gemiddelde, omdat het gemiddelde van een wisselspanning natuurlijk nul is.
Nu kan de transistor alleen maar positieve stroompjes versterken, dus door de meter loopt de stroom nog maar een kant uit. Die stroom wisselt natuurlijk wel nog met het geluidssignaal en dat willen we ook kwijt.
Daar komt de inmiddels beruchte C81 om de hoek: die vlakt het signaal af, net zoals de elko in de voeding dat doet voor de 50Hz van de netspanning en maakt van dat signaal een soort van effectieve waarde.
Het signaal met een C81 van 0pF, 100nF, 1uf, en 4 uf I_meter_85.jpg Stroom door de meter, afhankelijk van C81
Er zit nog wat aparts in de schakeling. Een transistor begint pas te geleiden als de basisspanning ongeveer 0,6V hoger is dan de emitterspanning. Met R83 en R84 is de spanning op de basis ingesteld op ongeveer 540 mV. Doordat de basis op 540mV staat moet er dus eerst wat signaal zijn, voordat de meter begint te reageren.
Dan nog twee componenten. Zoals al gezegd is de versterking van deze schakeling hoofdzakelijk afhankelijk van de Beta van de transistor. Omdat alle transistoren een andere versterking hebben kun je de stroom door de meter afregelen met de instelpotmeter R81. Met R82 wordt de versterking met een vaste factor verlaagd. Bij opname wordt de schakelaar 25-26 gesloten, waardoor de gevoeligheid van de meter toeneemt en dus een grotere uitslag heeft. Re: Foutzoeken voor dummies - Les 1 t/m … Geplaatst: Do Mar 20, 2014 7:39 pm door gromsound
Les 5: loopwerktrubbels in een N4416
De patient waar het om gaat is een ari 9197 dus een N4416/17 oftewel de op 1 na luxeste magnocontroller. Geen flipfloptiptoetssturing maar gewoon schakelaartjes, en de meeste fancy regelingen (tape tension, rec stop etc) zijn er ook uit. Bij gelijkblijvende geluidskwaliteit overigens, dankzij de onvolprezen modulaire opbouw van deze generatie.
Maar ook dat kan stuk (gebeurt alleen veel minder vaak). Deze stopte in play na enkele minuten draaien spontaan, meterverlichting bleef aan, knoppen ontgrendelden niet, en na een minuutje stilstand loopt ie vanzelf weer aan tot de volgende uitval. Intervallen tussen de storingen zijn onregelmatig.
4416a.jpg
OK schema van het loopwerk erbij. Het is zeer overzichtelijk in vergelijking met N4510 en co. Na enig loeren kan je inzien dat alles hier wordt gevoed uit de spanning A (=+20V). Bekijk wat er gebeurt als die wegvalt: alle motorspanningen zijn dan weg, de rolsolenoid RE201 en remmenlossolenoid RE202 bekrachtiging ook, maar de ontgrendelsolenoid RE1 die apart wordt gestuurd door tor TS201 en die normaliter wordt bekrachtigd doordat of het bandafslagcontact (TC) dan wel het tellernulgeheugencontact (sk12 en sk13) aan massa worden gelegd (stroom loopt dan van voeding A door R206-207-208 waardoor de basis van de tor positief wordt en hij gaat geleiden = ontgrendelsolenoid aan = KLAK knoppen los), die schakeling verliest in 1 keer alle voeding en zal dus niet reageren. Ergo de toetsen blijven vrolijk ingeschakeld tot de voeding terugkeert. Waarna het apparaat alsof er niks gebeurd is in play verder tokkelt. Kortom de voeding A zal uitvallen en later terugkomen, dat moet het zijn.
4416b.jpg
Schema 2, voeding. Geheel links de transformator die rechtstreeks de meterlampjes voedt die daarom ook niet uitvallen. Dan naar rechts de stroom volgend: de bruggelijkrichtcel en dan al voedingaftakpunt A. Zon gelijkrichter is alles of niets die fikt eruit of niet ik verdenk hem dus niet in dit geval. Hetzelfde redeneer ik mbt de twee diodes die dan volgen. Echter we zien meteen al de bekende verdachte elco’s naar massa! Drie op een rij die effect zullen hebben op A (en op B ook). Na weerstand R501 en R502 verwacht ik geen dikke sluiting, dan zou A niet volledig wegvallen.
4416c.jpg 4416c.jpg (28.57 KiB) 6500 keer bekeken
Stook de bout maar weer op. Het voedingsprintje zit prima bereikbaar (in de bekende wijdgeopende servicestand) geheel links op de frontplaat, bij het tellerruitje. Elcos van links naar rechts een voor een vervangen, de derde C503 blijkt in mijn geval de rotterik. Toestel speelt alweer 1 hele DP18 kant probleemloos, ik ga er van uit dat dat het was. Weer een MC tip erbij!
drMagnocontrol.