Eindtrapreparatie

De luie methode voor eindtrapreparatie

https://forum-mfbfreaks.nl/viewtopic.php?f=3&t=15318

Geplaatst: 17 mei 2021, 07:51 door Regenpak

Een reparateur is altijd zo lui mogelijk en zal alles in het werk stellen om zo weinig mogelijk handelingen uit te voeren. Met name vervangen eindtorren nogmaals vervangen omdat een onderliggende fout over het hoofd is gezien is uitermate ongewenst. De luie methode ondervangt dit probleem.

Als een eindtrap stuk is zullen doorgaans in ieder geval de eindtorren het loodje hebben gelegd. Vaak zijn de drivertorren ook stuk. Om de eindtrap te repareren moeten deze worden vervangen. Om zeker te zijn dat de eindtorren bij inschakelen (met DBT oftewel Dim Bulb Test) niet weer eruitfikken (hoewel dat met die DBT niet snel zal gebeuren) moet eerst de driver goed zijn. Dat kan alleen maar getest worden als de ingangstrap en VAS (Voltage Amplification Stage) óók goed zijn. Ter illustratie mijn geliefde Joepie versterker:

De ingangstrap bestaat uit Q1 en Q2 en de VAS uit Q3. Q4 is voor de ruststroom, Q5 en Q6 zijn de drivers en Q7 en Q8 de eindtorren. De stroombronnen I1 en I2 zijn in het echt ook gewoon torren maar dit maakt het overzichtelijker. Deze versterker is heel:

en levert 36 Vpp in de belastingsweerstand R1. Nu gaat R2 stuk. Q7 en Q8 gaan vol in geleiding en ontploffen. Ze nemen misschien ook wel Q5 en Q6 mee. Wellicht gaan ook nog andere componenten in rook op. Dan gaan we nu de luie methode toepassen. Allereerst halen we van Q7 en Q8 de basis en de emitter los. Van Q7 verbinden we het basis- en emitterpadje op de print met elkaar:

Voor het gemak laten we Q5 en Q6 gewoon zitten. Via de DBT schakelen we in. Als er verder niks stuk is worden we beloond met een goed uitgangssignaal:

De output is nu onbelast maar is in staat om een koptelefoon aan te sturen. De versterker werkt nu weer omdat de feedbacklus via R6 is hersteld en de hele versterker minus de eindtorren functioneert. Indien er geen nul volt aan de uitgang staat is er nog iets stuk. De spanning op de emitter van Q6 is -1.2 V omdat de versterker zich zo instelt dat de spanning over R1 nul is. Nu kan ook RT351 op nul worden gedraaid waardoor de spanning op de emitter van Q6 hoger wordt (minder negatief). Dit is gunstig voor als de vervangende eindtorren weer worden aangesloten.

Recapitulé Overflakkee:

  • De basis en emitter van Q7 en Q8 zijn losgehaald
  • De padjes voor de basis en emitter van Q7 zijn doorverbonden
  • De versterker krijgt voeding via een DBT (gloeilamp)
  • De uitgangsspanning is nul volt
  • De spanning op de emitter van Q6 is ongeveer -1.2 V

Als dit alles klopt komt er weer signaal uit en kunnen de eindtorren worden vervangen.

Als de eindtrap quasi-complementair is, zoals deze HH Scott A-426, hoef je alleen maar de eindtorren los te halen en ben je er al: De feedbackloop wordt gesloten door R819.

Evenzo voor een Complementary Feedback Pair (CFP) eindtrap, ook wel Sziklai Pair genoemd: