Dit is een oude revisie van het document!


Vervolg van markt onderzoek tot marketing.

Voor ik verder ga eerst iets over de ontwikkeling van apparaten in het algemeen. Het ligt voor de hand dat men denkt dat bij de ontwikkeling van een nieuw apparaat, dat alles nieuw is , maar dat is in z,n algemeenheid niet zo. Bij de ontwikkeling van een nieuw apparaat wordt uit gegaan van BESTAANDE technieken en schakelingen, alleen mechanisch kan er nog wel eens een nieuwe constructie uit rollen. Neen, nieuwe schakelingen en circuits komen van de vóór ontwikkeling of Nat lab of ontstaan uit de samen werking tussen die twee. Het Nat Lab kent in feite twee richtingen qua ontwikkeling a) gericht onderzoek dat voort komt uit het regelmatige overleg met de betreffende product manager en b) algemene research die vele jaren kan duren en die niet altijd direct tot een product hoeft te leiden.

Bij de product ontwikkeling hebben we in feite te maken met 3 soorten hoofd planningen, allereerst natuurlijk de ontwikkelingsplanning zelf. Afhankelijk van het soort apparaat duurt een ontwikkeling van eerste tekening tot aanloop op de band gemiddeld 1 jaar. Elk apparaat wordt van week tot week uitgepland en daar moet strikt de hand aan worden gehouden omdat er verschillende groepen parallel aan werken en alles in elkaar grijpt.

De tweede hoofd planning is de fabrieksplanning, zoals band indeling, personeel bezetting en niet te vergeten de onderdelenvoorziening (bestelling en tijdige toelevering) en aanpassing van specifiek band gereedschap en meetapparatuur.. Nu hebben we het over de planning van één apparaat , maar meestal liepen er 5 of 6 of meer banden tegelijk voor verschillende de apparaten. Dat vereist een degelijke en strakke planning.

Tenslotte hebben we nog de centrale planning in Eindhoven die in overleg met de fabriek de aanlopen per type en streep nr. (ook andere merken) qua aanlooptijd en aantallen regelt en na productie, de uitlevering vanuit het centraal magazijn naar de verschillende landen en werelddelen verzorgt. Dit laatste natuurlijk ook weer in nauw overleg met de verschillende landen, zodat er geen gaten vallen in de voorraad situatie van die landen. Qua planning en logistiek is de hele operatie behoorlijk complex en kan alleen maar vlot verlopen met planners met de nodige ervaring en vakkennis.

Bij de aanvang van de ontwikkeling van een nieuw apparaat, is het van belang dat alle onderdelen waarmee matrijzen gemoeid zijn, zo snel mogelijk op tekeningen gezet worden en besteld worden, aangezien het matrijzen traject meestal de nodige tijd vergt.

Tijdens de ontwikkeling bekijkt de afdeling Centrale Service (C.S.) hoe het gesteld is met de toegankelijkheid van het apparaat en of alle onderdelen binnen redelijke grenzen op een gemakkelijke manier zijn te vervangen. De afdeling Central Quality Control (C.Q.D.) bekijkt op haar beurt de veiligheid in verband met brandgevaar en elektrisch schokgevaar ( denk even aan kettinkjes of kindervingertjes die door ventilatiesleuven spanning voerende delen kunnen raken)

Van elk apparaat dat moet aanlopen, wordt van te voren, op een apart bandje, een kleine proef serie gemaakt van gemiddeld 25 à 30 stuks. Deze apparaten worden gebruikt voor valproeven , klimaat proeven (tropen kast), finalcheck door C.Q.D.en in bepaalde gevallen duurproeven.

Misschien wel leuk om te vermelden dat de fabriek werkt met “vlinders”. Vlinders zijn meisjes die op elke plaats van de band , de werkzaamheden van een uitvaller(bv. door ziekte) kan overnemen. Dat zijn ware duizendpoten.

HiFi apparaten, Bandrecorders/Cassette apparaten en Afspeel apparatuur , waren aanvankelijk ondergebracht bij drie verschillende groepen met verschillende productmanagers en last but not least ook verschillende vormgevers. Maar zaten ook nog eens op verschillende locaties resp. Eindhoven Hasselt en Wenen. Organisatorisch vielen die vormgevers wel onder de centrale vormgeving (C.D.I.C.) maar in de praktijk was er toch onvoldoende afstemming over de vormgeving van de wederzijdse producten. Als je die situatie onderkent, lijkt het zo gemakkelijk om zo’n belangrijke zaak op te lossen, maar de praktijk is in zulke gevallen weerbarstig en laat zich organisatorisch niet een, twee, drie, naar je hand zetten. Dit zijn de nadelen van een grote organisatie met lange lijnen. Dit heeft tijd gekost.

Afgekort G.A.D. Deze afdeling werkte voor heel Audio en is vooral voor de HiFi club en wel speciaal voor mij persoonlijk van onschatbare waarde geweest. G.A.D. zorgde voor alle promotiemateriaal , folders brochures, foto’s, dia’s,gebruiksaanwijzingen enz, enz , maar verzorgde ook de contacten met ons eigen persbureau en met de schrijvende pers in het algemeen, zoals vaktijdschriften en dagbladen. Door de jaren heen heb ik steeds bij alle productpresentaties zowel intern als voor de NO’s en de vele persconferenties en shows (vooral bij de introductie van MFB) grote steun en medewerking gehad van de G.A.D. medewerkers en speciaal van Jan de Kanter. ( ik noem nooit namen, maar in dit geval maak ik een uitzondering). Over die pers voorlichting valt nog heel veel te vertellen, maar dat hoort eigenlijk thuis in de serie “Van schellendraad tot MFB” waar ik t.z.t. nog wel een vervolg op zal schrijven en waarin Jan uitgebreid in voorkomt! Zonder hem had ik de dingen die ik voor ogen had niet kunnen realiseren.

In de 4 afleveringen heb ik getracht een kijkje te geven wat er allemaal speelt bij de ontwikkeling van een product als hifi en hoe gecompliceerd zo’n organisatie in elkaar zit. waarbij ik me realiseer dat ik de akoestiek, nota bene mijn lievelingsvak, wat onderbelicht heb gelaten. Dat stuk komt echter op het forum wel aan z,n trekken, dacht ik zo. Er zijn zeker nog wel andere punten die niet of nauwelijks aan de orde zijn geweest, maar het gaat om de grote lijn om toch een totaal indruk te geven van dit onderwerp dat ons zo na aan het hart ligt.

Tot zover dan. Groeten Piet.